Sjer Jacobs


Sjer in beeld
Beeldend kunstenaar Sjer Jacobs (Tegelen, 1963) werkt met een groot aantal verschillende
media. Hij maakt beelden in keramiek, brons, ijzer, cortenstaal, koper, glas en steen,
schilderijen op doek en rvs-plaat, draadfiguren, stalen en ijzeren panelen en zeefdrukken..
In al zijn werk gaat het over mensen. Mannen en vrouwen, geobserveerd in hun gewone
doen en laten, tijdens het boodschappen doen, onder het vergaderen, drinken, musiceren en
converseren. Mensen die dicht bij ons staan.

Al op jonge leeftijd tekent Sjer. Op de Vrije Academie – het huidige Kunstencentrum
Venlo – tekent hij stillevens en portretten. De portretten worden al gauw complete mensen.
Na zijn middelbare school studeert hij aan de Docentenopleiding in Sittard Tekenen en
Handvaardigheid, waarna hij zijn opleiding vervolgt aan de Stadsacademie van Maastricht.
Hij vestigt zich als vrij beeldend kunstenaar in zijn geboortedorp Tegelen en begint daar begin
jaren negentig een eigen galerie.
Sjer exposeert met grote regelmaat in galeries in het hele land. Verder is zijn werk vaak te
zien in galeries in België, Spanje en de Verenigde Staten, en had hij een grote expositie in
Parijs. Veel particulieren en bedrijven hebben werk van Sjer in huis.

De veelzijdigheid van zijn werk heeft voor een deel te maken met Sjers fascinatie voor
techniek. Hij kan urenlang in een werkplaats rondlopen en zou het liefste een hele week
meewerken in een steenhouwerij of een metaalwerkplaats. Anderzijds boeit hem steeds de
vraag wat of hij ermee kan, welke uitdrukkingsmogelijkheden een materiaal biedt en hoe hij
er zijn vormideeën in kwijt kan. Zijn aanpak is sterk ambachtelijk, want ook de processen die
met zijn kunst te maken hebben, wil Sjer beheersen. Een wasmodel voor een bronzen beeld
voorziet hij zelf van aangiet- en ontluchtingskanalen en hij giet het zelf in.

Kunst moet, in zijn opvatting, als het even kan, emotie oproepen. Ze moet in staat zijn zelf
haar verhaal te vertellen en geen toelichting nodig hebben. Kunst die moet aanzetten tot
overpeinzing van maatschappelijke problemen is aan hem niet besteed en aan provocaties
heeft hij geen behoefte. Schoonheid en bekoring mogen. Wat voor Sjer niet wil zeggen dat
de smaak van kijkers en kopers bepalend is. De enige maatstaf is hijzelf en zijn overtuiging
dat het goed genoeg is om aan anderen te laten zien. Belangstelling naar de ‘mens achter de
kunstenaar’ blijft onbeantwoord. Sjer laat liever zijn werk aan het woord.

Dat werk vindt inmiddels waardering in brede kring. Sjer heeft een beeldtaal ontwikkeld,
waarin veel mensen zichzelf herkennen. Zijn mannen en vrouwen staan net als ieder ander te
wachten in de ontvangsthal van het kantoorgebouw, zitten op een bankje in het park, of lopen
in een winkelstraat. Men zou zo maar geneigd zijn er een praatje mee aan te knopen.

Kees Verbeek
September 2010